Attent zijn op wolluis

Attent zijn op wolluis.

Wolluis is vooral bekend als een plaag in diverse potplanten. Maar de laatste twee jaar komen er diverse meldingen van wolluis in chrysanten. Waarschijnlijk zijn de eerste aantastingen van wolluis te herleiden tot moederplanten van chrysanten. Via stek is de wolluis verder verspreid. Vooral het ras Baltica lijkt gevoelig. Wolluis komt vaak pleksgewijs voor. 
Wolluis heeft zijn naam te danken aan de wasachtige afscheiding die de luis achterlaat op de planten. De meeste voorkomende wolluis is de citruswolluis. 
Wolluis is biologisch te bestrijden met het lieveheersbeestje Cryptolaemus montrouzieri. Zo-wel de larven als volwassen roofkevers voeden zich met alle stadia van de wolluis. Nieuw is de inzet van Chrysopa-E tegen wolluis. 
Naast biologische bestrijding kan gespoten worden met Applaud in combinatie met Flipper of ER₁₁. Deze bespuitingen zijn licht schadelijk voor de biologische bestrijders.

Chrysopa-E inzetbaar tegen (wol)luis en Echinothrips.

De firma Koppert heeft een nieuw biologisch product ontwikkeld, dat inzetbaar is tegen bladluis, wolluis en Echinothrips. 
Het product Chrysopa-E bevat eitjes van de gaasvlieg Chrysoperia carnea. De eitjes worden over het gewas verstrooid met dezelfde apparatuur die wordt gebruikt voor het verstrooien van tripsroofmijten en voedermijten. 
Na twee-vier dagen komen de gaasvlieglarven uit de eitjes en eten bladluizen, wolluis en Echinothrips op. De larven zijn vooral ’s nachts actief. Aantal uit te zetten eitjes is afhankelijk van de aanwezige aantasting. Preventief zijn er minder nodig dan curatief, Het advies is om 10-100 per m² per week te verstrooien. 
De eitjes worden geleverd in kokers met 100.000 eitjes per koker. De gaasvlieg kan zich niet in het gewas ontwikkelen.