Energiebesparing noodzakelijk

Met de huidige torenhoge energieprijzen moeten we meer dan ooit zuinig zijn met energie. 
Veel telers overwegen minder te belichten, minder te stoken, maar de eerste stap in energiebesparing kan gezet worden met het kritischer instellen van de doeken, dat kost geen groei.

Instellen energiedoek:

• Zodra de buitentemperatuur meer dan 4^oC onder de ingestelde stookwaarde zit kan er energie bespaard worden.
• Bij harde wind is het energieverlies van de kas extra groot, de buitentemperatuur-grens mag daarom verhoogd worden als het hard waait. Bijvoorbeeld 2^oC erbij als de windsnelheid oploopt van 3 naar 7 m/s.
• Bij veel instraling mag het doek ook open als het temperatuurverschil tussen binnen en buiten groter is. Als richtlijn kan aangehouden worden dat in de ochtend en aan het eind van de middag (tot twee uur na zon op en vanaf twee uur voor zon onder) de stralingsgrens op 100 W kan worden ingesteld. Daarna mag de stralingsgrens omlaag naar 25 à 30 W en midden overdag nog wat lager. Hou bij de instellingen rekening met het feit dat de doekregeling altijd ca. 15-20 minuten vertraagd is. Voor de ochtend betekent dit dat een grens van 60-80 W moet worden ingesteld (als de grens van 60 W is overschreden duurt het nog 15-20 minuten voordat het doek daadwerkelijk openloopt, tegen die tijd is de straling al toegenomen). In de namiddag mag de grens om dezelfde reden wat hoger gekozen worden.
• Bij zeer koud en/of winderig weer moet het doek dicht, óók als er wel instraling is. Met de lampen blijft het gewas toch wel groeien. Het is niet gewenst als het gewas de hele dag zonder daglicht groeit, dus tussen 11.00 uur (behalve bij heel extreme omstandigheden) en 15.00 uur moet het doek  wel open.
• Bij helder weer is het energieverlies van de kas extra groot. Wie een pyrgeometer (uitstralingsmeter) heeft kan op basis van de uitstraling de stralingsgrenzen voor het openen van het doek aanpassen.
• Pas ook de geveldoeken aan. Als de zon op de gevel staat mag het geveldoek iets later dan het bovendoek open. Gevels waar de zon niet direct op schijnt mogen dicht blijven. Pas dus de tijden van openen en sluiten aan aan de ligging van de kas. Zet de stralingsgrenzen zeker 10-20 W hoger dan het bovendoek, en de buiten-temperatuurgrens boven die van het bovendoek. Zo ontstaat nooit de situatie dat het geveldoek open is en het bovendoek gesloten.