De meeste kwekers weten in welke afdelingen ze bloeiverlating kunnen verwachten. De bloeiverlating is meestal een gevolg van temperatuurverschillen in een afdeling.
Kierboosdoener:
De grootste temperatuurverschillen ontstaan ’s nachts onder het doek als er een kier wordt getrokken. Vooral als het doek open loopt vanaf de gevelkant is het afkoelend effect van een kier bij de gevel groter dan in de rest van de kas.
Bij een oudere verduisteringsinstallatie met een dradensysteem kan de kiergrootte in het scherm naar achteren toe groter zijn dan voor bij het pad. Dit kan ook grote temperatuur-verschillen veroorzaken.
Het beste is dus niet te kieren met het scherm en eventuele overtemperatuur af te luchten door vlot te luchten boven het gesloten scherm.
Verwarming:
Een andere optie is met temperatuurmeters de oorzaak op te sporen. Soms kan de verwar-mingsinstallatie een rol spelen bij temperatuurverschillen. Te trage omloopsnelheid door te kleine pompcapaciteit, te weinig verwarming bij de gevel of bij het pad. Te hete transport-leidingen. Eventueel extra isoleren en verven met zilverkleurige verf kan teveel warmte afgifte voorkomen.
De gevelverwarming loopt meestal mee met de bovenverwarming. Met het toenemend niveau van de assimilatiebelichting wordt er minder warmte van het bovennet gevraagd. Dit kan vooral overdag zorgen voor te lage temperaturen bij de gevel. Sommige bedrijven hebben dit opgelost door te kiezen voor een aparte regelbare verwarmingsgroep voor de gevelver-warming.
Ventilatoren:
Veel bedrijven hebben gekozen voor het ophangen van horizontale ventilatoren. Door de ventilatoren 24 uur te laten draaien worden temperatuurverschillen genivelleerd.
Als er ondanks het gebruik van ventilatoren nog sprake is van bloeiverlating bij pad of gevels dan blijven nog twee opties over:
Iedere maand zullen wij teelttips publiceren op deze website, ingespeeld op actuele onderwerpen. Voor aanvullend nieuws kunt u zich inschrijven op onze nieuwsbrief.